Frankrijk

Frankrijk

Frankrijk is, alle concurrentie ten spijt, nog steeds het meest toonaangevende wijnland in de wereld. Het is een land met een werkelijk unieke veelzijdigheid dat tal van wijnen heeft voortgebracht die als voorbeelden dien(d)en voor de rest van de wereld.
Algemene informatie over het wijnland Frankrijk


Terroir

De wijnbouw werd in Frankrijk geïntroduceerd door Griekse kolonisten. Dat gebeurde rond 600 voor Christus, in de omgeving van het huidige Marseille. Geleidelijk aan zou de wijnstok zich over heel Gallië verspreiden, vrijwel altijd de loop van rivieren volgend.
Door eeuwenlange ervaring hebben de Fransen ontdekt welke druivenrassen het het best in welke omgeving deden. Ze hebben daar een mooie term bij bedacht: terroir. Terroir omvat zowel bodem, klimaat als ligging plus de invloed van het menselijk handelen. Het zou het voornaamste kenmerk moeten zijn van traditionele Franse wijnen. Vandaar dat vermelding van druivenrassen zo vaak achterwege blijft.

In geologisch opzicht is Frankrijk uitzonderlijk rijk bedeeld. Het kent alle denkbare soorten bodems en bodemsamenstellingen. In klimatologisch opzicht staat een groot deel van het land onder invloed de Atlantische Oceaan. Dat betekent een gematigd temperatuurverloop met de nodige neerslag. Alleen langs de kust van de Middellandse Zee en in het zuidelijke Rhônedal is er sprake van een uitgesproken mediterraan klimaat.

 

Etiketten

Frankrijk heeft als eerste land een systeem van gecontroleerde herkomstbenamingen ingevoerd. In 1935 werd de wet op de appellations d’origine contrôlée (AOC) van kracht. AOC’s definiëren de begrenzing van een herkomstgebied en de manier waarop de wijn gemaakt moet worden. Daarvoor beroept men zich graag op tradities.

Het nadeel daarvan is dat er maar weinig ruimte is voor experimenten. Ook is een AOC niet noodzakelijkerwijs een garantie voor kwaliteit. Frankrijk telt ruim 400 verschillende AOC’s, in oppervlakte variërend van een postzegeltje tot gebieden van tienduizenden hectaren.
Frankrijk kent daarnaast nog een aantal andere herkomstbenamingen:
Vin de Table voor wijnen van uiterst eenvoudige kwaliteit.

Vin de Pays voor wijnen met gedefinieerde herkomst. Kan zowel slaan op traditionele wijnen die samengesteld worden uit diverse druivenrassen als op cépagewijnen. Verreweg de bekendste is de Vin de Pays d’Oc.

Vin Délimité de Qualité Supérieure (VDQS) is een sterk in belang afgenomen ‘overgangsstatus’ voor wijnen tussen Vin de Pays en AOC. De meeste kandidaten zijn inmiddels namelijk tot AOC gepromoveerd.


Crus

In diverse Franse streken kun je in een of andere vorm de term ‘cru’ op het etiket tegenkomen. De betekenis daarvan verschilt van regio tot regio. In de Bourgogne en in de Elzas slaat de benaming ‘grand cru’ op wijngaarden met een (op papier) bijzonder kwaliteitspotentieel c.q. terroir. Premiers crus in de Bourgogne staan een trapje onder de grands crus. Grands Crus worden louter vermeld onder eigen naam, premiers crus altijd na de gemeentenaam.

In Bordeaux liggen de zaken totaal anders. In Saint-Emilion slaat ‘grand cru’ op een zo groot deel van de appellation, dat er maar weinig waarde aan te hechten valt. Anders ligt dat dan weer met de classificatie ‘grand cru classé’, die op de wijn van individuele bedrijven van toepassing is.
Crus classés en classificaties van châteaux zijn in Bordeaux verder te vinden in Pessac-Léognan (Graves), Saint-Emilion, Sauternes en niet te vergeten in de Médoc met zijbefaamde Classement met een onderverdeling in vijf klassen. Dat is sinds 1855 slechts één keer aangepast. In 1973 promoveerde Mouton-Rothschild van 2e tot 1e cru.

Onder de crus classés van de Médoc komen de crus bourgeois, die op hun beurt onderverdeeld waren in drie categorieën. Juridische problemen met het geactualiseerde klassement uit 2003 hebben in 2007 geleid tot een impasse en zelfs een (tijdelijk) verbod op het gebruik van de benaming.

In de Champagne heeft men weer een andere interpretatie van de begrippen grand en premier Cru. Daar slaan ze op de kwaliteit van de druiven uit een bepaald dorp.

In de Beaujolais tenslotte zijn er tien crus zonder verdere toevoeging. Dat zijn appellations die op een gemeente of combinatie van gemeentes slaan.


Franse wijnbouwgebieden

Alsace
Alsace, in het Nederlands Elzas, is Frankrijk op z’n Duits. Of Duitsland op zijn Frans. Het is een schilderachtig, smal en lang gerekt wijngebied aan de voet van de Vogezen. De schilderachtige Route du Vin – de oudste wijnroute van Frankrijk – voert van Marlenhem in het noorden tot Thann in het zuiden. Het noordelijke deel van de Elzas ligt in het departement Bas-Rhin, het centrale en zuidelijke in Haut-Rhin. Daar lig ook de wijnhoofdstad Colmar.

Ook nu het deel uitmaakt van Frankrijk, onderscheidt de Elzas zich in menig opzicht van de andere Franse wijngebieden. Neem bijvoorbeeld de aanplant van de wijngaard met o.a. riesling en de manier waarop die druiven verwerkt en de wijnen geëtiketteerd worden. De hele streek valt onder slechts een enkele appellation, maar anders dan elders in Frankrijk staan de namen van de druivenrassen in grote letters op het etiket.

Bovendien hebben heel wat Elzaswijnen ondanks hun droge imago behoorlijk wat restsuiker, waardoor ze allesbehalve droog smaken.
De mousserende Crémants d’Alsace zijn sterk in opkomst. Ze zijn sinds 1976 wettelijk erkend en worden op dezelfde manier gemaakt als Champagne. Meestal zijn de Crémants van Pinot Blanc, Pinot Gris of Sylvaner. Een enkele keer van Chardonnay. Van deze druif mag in de Elzas alleen een Crémant gemaakt worden. Voor hun mousserende rosé gebruiken de wijnmakers uiteraard Pinot Noir – de enige blauwe druif van de regio.

Ook de zoete Elzassers zijn in trek. Heeft de wijnmaker Vendange Tardif op het etiket gezet, dan heb je te maken met een zoete wijn die je kunt vergelijken met een Duitse Spätlese of Auslese. Staat er Sélection de Grains Nobles op het etiket, dan heb je een edelzoete wijn in handen.

De Elzas ligt vrij noordelijk maar wordt goed beschut door de Vogezen. Een ander voordeel is het grote aantal uren zonneschijn. Daardoor rijpen de druiven in de regel goed, zij het laat. Behalve de al genoemde soorten staan sylvaner, pinot blanc, auxerrois, pinot gris, muscat, gewürztraminer in de Elzas overigens gespeld zonder umlaut! en pinot noir aangeplant. In zeer goede jaren gebruiken de Elzassers overrijpe, laat geplukte druiven voor het maken van rijke Vendanges Tardives. Als de natuur nog meer meewerkt en er ook botrytis optreedt, dan kan dat zelfs leiden tot een superrijke Sélection de Grains Nobles.


Champagne

La Champagne is het meest noordelijke wijngebied van Frankrijk. Met zijn koele klimaat en kalkrijke krijtbodem heeft het de ideale omstandigheden voor de productie van ’s werelds beroemdste mousserende wijn, le Champagne. Voor stille wijnen is het hier eigenlijk al te koud, al was de faam van de streek daar ooit juist wel op gebaseerd. Rode zelfs!

Tijdens de prise de mousse (belletjesvorming) rusten de flessen in koele kelders, omdat een koele, constante temperatuur dan zeer belangrijk is. Onder steden als Reims en Epernay liggen gangenstelsels van vele tientallen kilometers. Ze zijn een bezienswaardigheid van de eerste orde. Men kon ze vrij gemakkelijk uithouwen in dezelfde krijtbodem die zo’n goede ondergrond aan de wijngaarden biedt. Een eerste aanzet daartoe kwam al van de Romeinen, die het gesteente als bouwmateriaal gebruikten.

Champagnes paren een hoge zuurgraad aan aromatische verfijning en complexiteit. Ze komen van drie druivenrassen: chardonnay, pinot noir en pinot meunier. Meestal worden die gemengd, behalve in de Côte des Blancs. In dat district gebruikt men alleen chardonnay, voor wijnen van het type Blanc de Blancs. In de Montagne de Reims is pinot juist weer sterk vertegenwoordigd, die voor een wat zwaardere stijl wijn zorgt.
De meeste champagnes zijn assemblages van diverse stille basiswijnen van diverse jaargangen. Hierdoor kan jaar in jaar uit een gelijkmatige kwaliteit geproduceerd worden. Alleen van zeer goede oogstjaren produceert men Vintages of Millésimés. Anders dan een eeuw geleden wordt de overgrote meerderheid van de champagnes als het droge type Brut op de markt gebracht, met maximaal 15 gram restsuiker per liter. Toevoeging van wat suiker in dedosage bij de botteling is nodig om de hoge zuurgraad wat af te ronden.

Champagne heeft model gestaan voor mousserende wijnen over de hele wereld. Producenten daarvan refereerden graag aan de méthode champenoise, ook in Frankrijk zelf. Nadat het gebruik van die term verboden werd, is als alternatief de benaming crémant ingevoerd. Belangrijke gebieden daarvoor zijn o.a. Alsace, Loire, Bourgogne en Limoux.


Loire

Het Loiredal vormt het hart van Frankrijk. Het heeft als toepasselijke bijnaam ‘Jardin de la France’, Tuin van Frankrijk. Behalve om zijn vele imposante kastelen is de Loire ook bekend om zijn wijnen. Die zijn in hoofdzaak wit en komen uit vier gebieden. Van west naar oost zijn dat: Muscadet, Anjou-Saumur, Touraine en Centre.

In de Muscadet draait alles rond de melon de Bourgogne. Men laat de strakke droge wijn daarvan vaak na gisting op zijn gistbezinksel in de tank liggen tot aan de botteling. Die lageringsur lie laat hem lichtjes parelen.

Anjou telt veel wijngaarden met chenin blanc, de meest typische druif van de Loire. Het aardige is dat die zowel beendroge als rijke zoete wijn kan produceren. Zie wat dat laatste betreft Coteaux du Layon. Anjou is ook een gebied voor rood, vooral van cabernet franc.

In Saumur is het beeld vergelijkbaar, met Saumur-Champigny als AOC voor uitstekende rode. Saumur is echter vooral bekend als stad waar veel mousserende wijn vandaan komt, Saumur Brut of Crémant de Loire.

Touraine biedt voor elk wat wils. Rode in Bourgueil en Chinon, droge witte van sauvignon blanc en lang rijpende (half)zoete cheninwijnen in Vouvray en Montlouis. Wat ze allemaal delen is hun frisse, levendige karakter.

Verder het binnenland in is het vooral sauvignon blanc wat de klok slaat. Sauvignon met een uitgesproken mineraal accent, wel te verstaan. Deze wijnen komen uit appellations als Sancerre, Pouilly-Fumé en Menetou-Salon. Over referentiewijnen gesproken!


Bordeaux

Bordeaux is ’s werelds beroemdste wijngebied voor rode wijnen en misschien wel voor wijn in het algemeen. Grootse wijnen komen er van Châteaux die meer op kastelen dan op boerderijen lijken, met vatenkelders waar strak geordende rijen barriques met honderden tegelijk in bijna gewijde stilte liggen te rijpen. Trefwoord: stijl.

Kenmerkend voor Bordeaux is de assemblage. Dit wil zeggen dat de wijnen uit twee of meer druivenrassen worden samengesteld. Assembleren heeft als grote voordeel dat men wat speelruimte heeft bij het corrigeren van eventuele problemen in moeilijke jaren.


Médoc en Haut-Médoc

Médoc is een groot wijngebied op de linkeroever van de Gironde. Het is een langwerpige strook wijngaarden van de Atlantische Oceaan tot aan de stad Bordeaux. Het gebied is vlak: het hoogste punt ligt op 43 meter. Tussen de kust en het wijngebied liggen bossen. Wie door de Médoc rijdt, ziet dat het niet volledig beplant is met wijngaarden.
Druivenrassen en wijnen

‘Médoc’ is de verzamelnaam voor het hele district. Binnen Médoc neemt Haut-Médoc een bijzondere plaats in. Dit is het kerngebied waar Bordeaux zijn grote naam aan te danken heeft. In Haut-Médoc zorgt een onderlaag van kiezel voor een goede afwatering. De kiezels houden ook warmte vast, wat belangrijk is voor de rijping van cabernet sauvignon, het belangrijkste druivenras in dit deel van de Haut-Médoc. In de wijnen geeft cabernet sauvignon vooral tannine en aroma’s van rood fruit, zwarte bessen (cassis) en ceder. Merlot is de tweede druif van Haut-Médoc. Deze geeft de uiteindelijke assemblage haar zachte, soepele smaak en aroma’s van laurier en leer. De overige toegestane druivenrassen worden weinig gebruikt. cabernet franc geeft een fruitige geur, petit verdot geeft kracht en kleur. Verder zijn de malbec en carmenère toegestaan.

De wijngebieden op de linkeroever van de Gironde uit de Médoc zijn:
Haut-Médoc
Listrac-Médoc
Margaux
Médoc
Moulis
Pauillac
Saint-Estèphe
Saint-Julien


Classificatie van Bordeauxwijnen van 1855.
Keizer Napoleon III vroeg voor de wereldtentoonstelling van Parijs in 1855 om een classificatie voor de beste wijnen van de Bordeaux, die daar geëxposeerd werden. Wijnhandelaren hebben daarop gereageerd door een systeem in het leven te roepen, waarbij Châteaux geclassificeerd werden op basis van reputatie en handelsprijs van de wijnen. Het resultaat was de Classificatie van Bordeauxwijnen van 1855.

Premier Crus:

Chateau Mouton Rothschild
 Chateau Latour
 Chateau Margaux
 Chateau Lafite
 Chateau Haut-Brion.


Deuxieme Crus:
Chateau Brane-Cantenac, Chateau Cos d’Estournel, Chateau Ducru-Beaucaillou, Chateau Dufort-Vivens, Chateau Gruaud-Larose, Chateau Lascombes, Chateau Leoville-Las-Cases, Chateau Leoville-Poyférré, Chateau Montrose, Chateau Pichon-Lonqueville-Baron, Chateau Lonqueville-Comtesse-de-Lalande, Chateau Rauzan-Segla, Chateau Rauzan-Gassies.



Troisiéme Crus:
Chateau Boyd-Cantenac, Chateau Cantenac Brown, Chateau Calon Segur, Chateau Desmirail, Chateau Ferriére, Chateau Giscours, Chateau s’Issan, chateau Kirwan, Chateau Lagrange, Chateau la Lagune, Chateau Langoa, Chateau Malescot-Saint-Exupéry, Chateau Marquis d’Alesme, Chateau Palmer.



Quatriemes crus:
Chateau Beychevelle, Chateau Branaire-Ducru, Chateau Duhart-Milon-Rothschild, Chateau Lafon-Rochet, Chateau Marquis de terme, Chateau Pouget, Cheateau Prieuré Lichine, Chateau Saint Pierre, Chateau Talbot, Cheteau La Tour carnet.



Cinquiemes crus:
Chateau d’Armailhac, Chateau Batailley, Chateau Belgrave, Chateau Camensac, Chateau Cantemerle, Chateau Clerc-Milon, Cheteau Cos Labory, Chateau Croizet Bages, Chateau Dauzac, Chateau Grand Puy Ducasse, Chateau Grand Puy Lacoste, Chateau haut Bages Liberal, Cheteau Haut Batailley, Chateau Lynch Bages, Chateau Lynch Moussas, Chateau Pédesclaux, Chateau Pontet-Canet, Chateau du Tertre.

Premiers Crus SAUTERNES
Château Yquem Sauternes, Château la tour-Blanche Bommes, Château Lafaurie-Peyraguey Bommes, Château Clos Bommes, Château Haut-Peyraguey Bommes, Château Rayne-Vigneau Bommes, Château Suduiraut Preignac, Château Coutet Barsac, Château Climens Barsac, Château Guiraud Sauternes, Château Rieussec Fargues, Château Rabaud-Promis Bommes, Château Sigalas-Rabaud Bommes

Libourne
Libourne is het centrum van de wijngebieden op de rechteroever van de Dordogne. Het gebied is uiteraard beter gekend als Saint-Emilion en zijn buren en omvat volgende herkomstbenamingen:


Premières Côtes de Blaye

Canon Fronsac
Côtes de Blaye
Côtes de Bourg
Côtes de Castillon
Côtes de Francs
Fronsac
Lalande-de-Pomerol
Lussac Saint-Emilion
Montagne Saint-Emilion
Pomerol
Puisseguin Saint-Emilion
Saint-Emilion
Saint-Georges Saint-Emilion


Entre-Deux-Mers
Het wijngebied tussen de twee rivieren Dordogne en Garonne is het grootste wijngebied van de Bordeaux. Het logische “Entre-Deux-Mers” gebied omvat volgende herkomstbenamingen:

Cadillac
Côtes de Bordeaux Saint-Macaire
Entre-Deux-Mers
Entre-Deux-Mers Haut-Benauge
Graves de Vayres
Loupiac
Premières Côtes de Bordeaux
Saint-Foy-Bordeaux
Sainte-Croix-du-Mont


Het dorp Margaux en het wereldberoemde Château Margaux.

Als voorbeeld van een van de allerbeste wijnen ter wereld, komend uit een van de beroemdste wijndorpen ter wereld.

Margaux is een gemeente in het Franse departement Gironde en telt 1338 inwoners. De oppervlakte bedraagt 7,4 km². Beter bekend echter is deze naam als appellation, een wijngebied, binnen het gebied van de Médoc, dat weer ligt in de wijnstreek Bordeaux.

Château Margaux is één van de beroemdste wijngoederen ter wereld. Het ligt in de Bordeaux direct bij het plaatsje Margaux. De wijn die ze maken hoort tot de absolute wereldtop.
Château Margaux is geclassificeerd als Premier Grand Cru Classé volgens het classificatiesysteem voor Bordeauxwijn van 1855. Het wijngoed omvat 77 hectare voor rode wijn en 12 hectare voor witte wijn[1] en er wordt ongeveer 75% cabernet sauvignon, 20% merlot en een beetje cabernet franc en petit verdot (5%) en voor de witte wijn Sauvignon blanc aangebouwd.

De tweede wijn van het wijngoed heet Pavillon rouge; de witte wijn, Pavillon blanc wordt als de beste witte wijn van de Médoc beschouwd.
Sinds 1977 worden de wijnen van Château Margaux gekenmerkt door intensiteit en diepte. De wijnen zijn weelderig, volromig en fruitig. Op het hoogste niveau combineren deze wijnen harmonie, diepte, finesse en élan.|

Geschiedenis van Château Margaux.
In 1787 noemde Thomas Jefferson Château Margaux als één van de “vier wijngaarden van eerste kwaliteit”. Na de executie van de eigenaar tijdens de Franse Revolutie werd het domein in 1804 gekocht door Bertrand Douat, Markies de la Colonilla. In 1810 werd het door Guy-Louis Combes herbouwd tot het markante kasteel zoals we dat nu kennen, en dat wel het “Versailles van de Médoc” wordt genoemd.

Nadat het door verschillende handen was gegaan, kocht de wijnhandelaar Fernand Ginestet in 1925 aandelen in het domein.

Gedurende de daaropvolgende jaren kocht hij steeds meer aandelen, totdat hij het volledige eigendom in handen had. In 1949 droeg hij het eigendom over aan zijn zoon Pierre Ginestet. Deze was in de jaren zeventig wegens financiële problemen genoodzaakt het kasteel te verkopen aan de Franse groep Félix Potin met aan het hoofd de in Frankrijk woonachtige Griek André Mentzelopoulos. Voordien blokkeerde de Franse regering overigens de verkoop aan het Amerikaanse conglomeraat National Distillers. 

In de jaren 1950-1976 kon Château Margaux niet voldoen aan de verwachting die aan een Premier cru wordt gesteld. Na de aankoop van het domein in 1977 door de familie Mentzelopoulos kwam aan deze zwakke periode een resoluut einde.

Door forse investeringen in de verwaarloosde wijngaard, in de chais (kelder waarin de wijn wordt gemaakt) en door gezond management van zowel vader Mentzelopoulos als diens dochter Corinne Mentzelopoulos, die hem na zijn overlijden opvolgde, maakte het domein in één keer de sprong van zwakste Premier cru naar (vaak) de beste.

In 1992 werden Perrier en de Italiaanse familie Agnelli (o.a. eigenaren van Fiat) door een complexe, internationale transactie mede-eigenaren van het château, maar Corinne Mentzelopoulos bleef de leiding houden. De harmonieuze samenwerking duurde 10 jaar, totdat de Agnelli-groep in 2003 besloot hun aandeel in Château Margaux te verkopen. Corinne Mentzelopoulos kocht ze onmiddellijk terug en werd daarmee enig aandeelhouder van het domein.


Sud-Ouest

Sud-Ouest is de verzamelnaam voor een aantal grotere en kleinere gebieden in het achterland van Bordeaux. Met die stad hebben ze meestal een haat-liefdeverhouding gehad, en omgekeerd. Bordeaux heeft uiteindelijk de concurrentiestrijd gewonnen, waardoor de rest van de Sud-Ouest een beetje in het isolement raakte. Een geluk bij een ongeluk is dat daardoor lokale druivenrassen konden overleven. Dit deel van Frankrijk kent zodoende een rijkdom aan onalledaagse druivenrassen.

Onmiddellijk ten oosten van Bordeaux ligt Bergerac, een gebied met een eeuwenlange traditie en even lange rivaliteit met de grote buur. Het produceert wijn in alle stijlen die sterk aan Bordeaux doen denken. Bijzondere appellations zijn daar Montravel voor wit, Pécharmant voor rood en Monbazillac voor zoet.
Verder weg van Bordeaux liggen onder meer Gaillac, nog zo’n gebied dat van alle markten thuis is, en Cahors. Cahors is de bakermat van de malbec, die op zijn best krachtige wijnen met de nodige tannines geeft.
Voor Madiran geldt dat al net zo. De naam van het druivenras tannat doet misschien al wat vermoeden. Zo’n wijn die letterlijk getemd moet worden.

Bij de witte wijnen valt de aromatische Jurançon met zijn markante zuren op. Hij wordt gemaakt in droge én zoete uitvoering. Uit het Armagnacgebied komen behalve het gelijknamige distillaat ook frisse witte Vins de Pays de Gascogne.


Bourgogne

De Bourgogne is wellicht het meest traditionele gebied van Frankrijk. Het is kleinschaliger dan bijvoorbeeld Bordeaux. Grote châteaux zoek je er tevergeefs; het is meer een streek van kleine domaines. Ook de wijnen zijn er anders. Assembleren van verschillende druivenrassen is er hier niet bij.

Wijn maken is in de Bourgogne het tot uitdrukking brengen van subtiele variaties op een vast thema: terroir. Voor rood gebeurt dat met de pinot noir, voor wit met de chardonnay. De nuances verschillen van district tot district, van gemeente tot gemeente, en van wijngaard tot wijngaard.

Bovendien kent de Bourgogne een extreem versplinterd grondbezit. Een wijngaard heeft soms wel tientallen verschillende eigenaars die ieder hun eigen stijl wijn maken. Gecompliceerd en intrigerend tegelijk.

De Bourgogne is van noord naar zuid onderverdeeld in een aantal districten met eigen karakteristieken:
Chablis, Côte de Nuits
Côte de Beaune (samen de Côte d’Or, Côte Chalonnaise en Mâconnais).
Chablis is het meest noordelijke van alle districten. Het ligt tegenwoordig geïsoleerd van de rest van de Bourgogne, op de grens van waar wijnbouw nog net mogelijk is. Evenals in de Champagne is de kalkbodem hier verantwoordelijk voor het minerale karakter van de wijnen. Die komen allemaal van de chardonnay. De beste wijngaarden van Chablis, grands crus en de top premiers crus, liggen op hellingen. Daar bestaat namelijk het minste risico op nachtvorst, een van de grote plagen in deze streek.

Even ten zuiden van Dijon begint de Côte d’Or. Dit is het hart van de Bourgogne. Tot aan Beaune domineert de pinot noir, verder naar het zuiden wordt de chardonnay steeds belangrijker. Het klimaat is hier vrij koel en vochtig, maar vooral voor de pinot noir blijkt dat nu juist ideaal te zijn. De Côte de Nuits – de noordelijke helft van de Côte d’Or – is zelfs ’s werelds beste gebied voor deze druif. Gemeentenamen klinken hier als een klok: Gevrey-Chambertin, Chambolle-Musigny, Morey-Saint-Denis, Vougeot, Vosne-Romanée, Nuits-Saint-Georges. Het tweede deel van die namen verwijst telkens naar een befaamde cru in de gemeente.

De Côte de Beaune begint met Aloxe-Corton en telt verder gemeentes als Beaune, Pommard, Volnay, Meursault, Puligny-Montrachet en Chassagne-Montrachet. Die laatste drie vormen samen met Corton-Charlemagne het summum van chardonnaywijnen.

Verder naar het zuiden ligt de Côte Chalonnaise (met gemeenteappellations als Rully, Givry, Mercurey en Montagny), ook weer met zowel wit als rood. Het laatste district is de Mâconnais, een groot gebied dat vooral bekend is om zijn witte wijnen. De betere komen uit een beperkt aantal dorpen, Villages. De toppers hebben eigen AOCs: Viré-Clessé, Pouilly-Fuissé en Saint-Véran.


La Romanée-Conti

De duurste wijn ter wereld komt uit de Bourgogne 
La Romanée-Conti is zonder twijfel de beroemdste producent van de Bourgogne en wellicht zelfs van de hele wereld. Het domein is gevestigd in Vosne-Romanée en bezit percelen binnen een achttal Grand Crus. Hieronder bevinden zich ook een tweetal “monopoles’ (La Tache en La Romanée-Conti) waarvan men de enige eigenaar is. La Romanée-Conti is de meest legendarische en kostbare wijn ter wereld.

Deze wijn heeft een geschiedenis die teruggaat tot de Middeleeuwen. Over de prijs wordt alleen ‘sotto voce’ gepraat. In tegenstelling tot het unanieme gemopper over de prijzen van de topwijnen in Bordeaux, hoor je nooit iemand serieus klagen over de prijs van Romanée-Conti: deze wijn gaat elke prijs te boven.

Op 3 april 2013 worden 3 flessen Romanée Conti geveild uit 1990 die 35.000 euro per stuk op moeten brengen. Echter, een kist La Romanée-Conti kopen is bijna onmogelijk: meestal kun je alleen een kist van 12 flessen gemengd’ kopen bij voorinschrijving en tegen betaling van ongeveer 10.000 euro. Dit omdat de eigenaar van Domaine de La Romanée-Conti ook aandelen in de 7 andere aangrenzende wijngaarden heeft waarvan La Tâche dus ook in zijn geheel. In een kist gemengd zit dus altijd o.a. La Tâche, Richebourg, Romanée St. Vivant, Echezaux en Grands-Echezaux. Allemaal wijnen waar een mens intens gelukkig van wordt. Van de Romanée-Conti alleen worden jaarlijks maximaal 450 kistjes geproduceerd. Wie een fles La Ro


Beaujolais

Hoewel de Beaujolais eigenlijk tot de Bourgogne gerekend zou kunnen worden, is het als wijngebied volledig onafhankelijk daarvan. Wat de twee gemeen hebben is dat ze aan elkaar grenzen. Verder is de Beaujolais totaal anders. Het is het begin van het Zuiden en het is het land van de gamay, of liever: gamay noir à jus blanc. De van nature uitbundig groeiende gamay lijkt voorbestemd voor de arme granietbodems van de Beaujolais. Toch moet hij wel zeer dicht worden aangeplant om de groei in toom te houden.

Beaujolais kent drie kwaliteitsniveaus. Aan de basis van de piramide staat de AOC Beaujolais. Een trap hoger staat Beaujolais Villages. De top tenslotte wordt gevormd door tien Crus, een soort gemeenteappellations: Brouilly, Côte de Brouilly, Chénas, Chiroubles, Fleurie, Juliénas, Morgon, Moulin à Vent, Régnié, Saint-Amour. Qua stijl vind je zowel lichtvoetige, elegante wijnen als geconcentreerde met rijpingspotentieel. Over het algemeen is Beaujolais echter geen wijn om lang te bewaren.


Jura & Savoie

In het oosten van Frankrijk liggen een paar juweeltjes van wijngebieden met een weliswaar kleine productie maar o zo originele wijnen, zelfs voor Franse begrippen. Het gaat om de Jura en de Savoie.

De Jura produceert zowel normale tafelwijnen (Arbois, Côtes du Jura) als de bijzondere vin jaune, de Franse tegenhanger van sherry.
De Savoie heeft onalledaagse druiven als de roussette en jacquère (wit) en de mondeuse (rood). Zeer aanbevelenswaardig is hier de wijn uit Aprémont.


Rhône

De Vallée du Rhône is een van Frankrijks oudste wijnbouwgebieden. Immers, de verspreiding van de wijnbouw verliep vanuit Marseille via dit dal noordwaarts. Grieken, Romeinen, de pausen in Avignon, ze hebben allemaal bijgedragen aan de ontwikkeling van een bloeiende wijncultuur.

De Rhône is onder te verdelen in een noordelijk en een zuidelijk deel. De smalle vallei in het noorden met zijn steile hellingen is het domein van de syrah voor rood en van viognier, marsanne en rousanne voor wit. De grote namen zijn hier Hermitage (rood en wit), Côte-Rôtie, Cornas (beide rood) en Condrieu (wit). In alle gevallen zijn de beschikbare hoeveelheden wijn gering. Saint-Joseph en Crozes-Hermitage (beide rood en wit) produceren wat grotere hoeveelheden wijn.

Heel anders en veel mediterraner is het zuidelijk deel van het Rhônedal. Het dal is hier breder, met op sommige plaatsen grote kiezels in de bodem. Dit is de streek van de grenache, die per definitie aanvulling krijgt van rassen als syrah en cinsault. De zuidelijke Rhône heeft vijf gemeenteappellations: Châteauneuf-du-Pape, Gigondas, Vacqueyras, Tavel en Lirac. De laatste twee zijn vooral bekend om hun rosé.

Wijnen met de AOC Côtes du Rhône Villages bieden in de regel goede kwaliteit, vooral wanneer het gaat om Villages (dorpen) waarvan de naam op het etiket vermeld mag worden. Een voorbeeld daarvan is Cairanne.


Languedoc & Roussillon

Wellicht de meest dynamische Franse regio van dit moment is de Languedoc. Ooit was dit de wijnschuur van Frankrijk, met als enige opdracht grote hoeveelheden voor een zo laag mogelijke prijs te produceren. Die tijd is voorbij. Nu geldt: minder maar beter. En nog steeds voor aantrekkelijke prijzen.

In de Languedoc vind je min of meer ‘traditionele’ rode terroirwijnen in appellations als Coteaux du Languedoc, Fitou, Corbières, Minervois, Faugères en Saint-Chinian, op basis van o.a. carignan, grenache, cinsault en de sterk opkomende syrah. Anderzijds zijn er de moderne cépagewijnen onder de noemer Vin de Pays d’Oc.

De Languedoc wordt op de voet gevolgd door de Roussillon met appellations als Côtes du Roussillon (Villages) en Collioure. Deze streek produceert behalve steeds betere droge wijnen ook een hele serie versterkte zoete wijnen, zogeheten vins doux naturels: Banyuls, Maury, Rivesaltes en Muscat de Rivesaltes.


Provence & Corsica

De Provence is naar alle waarschijnlijkheid Frankrijks oudste wijngebied. Al rond 600 voor Christus werden hier de eerste druivenstokken geplant. Vandaag de dag is het vooral bekend om zijn rosé, maar het gebied produceert ook karaktervolle rode en witte wijnen die perfect aansluiten bij de mediterrane keuken.

De meest aangeplante druivenrassen voor rosé en rood zijn grenache, syrah, cinsault, mourvèdre en de lokale soort tibouren. Behalve de algemene appellation Côtes de Provence kent het gebied nog een paar kleinere AOC’s zoals Coteaux d’Aix-en-Provence, Les Baux de Provence en Bandol, en piepkleintjes als Palette, Bellet en Cassis.

Het eiland Corsica is in alle opzichten een buitenbeentje. De traditionele druivensoorten op het eiland hebben meer gemeen met die op het buureiland Sardinië dan met die van de Provence. Italiaanse namen als niellucio en sciacarello zeggen wat betreft genoeg.