Australië

Australië

Australië heeft zich geschaard in de rij van toonaangevende wijnproducenten. Weinig andere landen hebben hun export de afgelopen jaren zo explosief zien groeien als datzelfde Australië. En al even weinig landen hebben zo’n spectaculaire uitbreiding van hun wijngaarden gezien als Australië. Zoals bijna overal in de Nieuwe Wereld is die opkomst van recente datum.

Australië kent al ruim anderhalve eeuw wijnbouw van enige importantie. Nog tot ver na de Tweede Wereldoorlog bestond de productie hoofdzakelijk uit alcoholische en/of zoete wijnen. Niet dat het het land aan enige wijntraditie ontbrak, met zo veel immigranten uit Europese wijnlanden als Italië en Duitsland. Alleen had maar een enkeling van finesse gehoord. De stijl van de Australische wijnen is inmiddels radicaal gewijzigd. Trefwoord is nu fruit, of liever fruit driven.

Techniek en terroir

Het beeld van Australië in Europa is een beetje vertekend, omdat een paar grote bedrijven de exportmarkt domineren. Van de wijnen die de inmiddels ruim 1000 individuele producenten op de markt brengen, krijgt het buitenland maar een fractie te zien.

Wat alle Australische producenten gemeen hebben, is dat ze de beschikking hebben over perfect gerijpt fruit, ook in de relatief koele regio’s, en dat hun technisch kunnen sinds twintig, vijfentwintig jaar op een zeer hoog peil staat. Zo zeer zelfs dat tal van Australiërs in tal van landen als een soort ontwikkelingswerkers aan de slag zijn gegaan, tot in Frankrijk aan toe. Ze werden flying winemakers genoemd, een term die nu vast onderdeel van het internationale wijnjargon is. Je komt in Australië vrijwel nooit een slechte wijn tegen.

Australische wijnmakers zijn meesters in de kunst van het assembleren, maar de tijd dat bij wijze van spreken alles wat en los vast zat gemengd werd tot merkwijn zonder specifieke herkomst, is voorbij. ‘Terroir’ – lees: specifieke herkomst – is nu het gevleugelde woord, en variatie heeft de voorkeur gekregen boven uniformiteit.

Wijnbouw geconcentreerd in het zuidoosten

Het grootste deel van Australië is te warm en te droog voor wijnbouw. Die is daarom geconcentreerd in het zuidoosten van het land, waar het klimaat het meest gematigd is. Toch is irrigatie meestal wel nodig. Gebieden die dicht bij zee liggen, profiteren van de verkoelende invloed die daar van uitgaat.

Australië is een dusdanig groot continent dat de afzonderlijke productiegebieden ver uit elkaar liggen. Het is daarom onmogelijk om generaliserend over klimaat- en bodemomstandigheden te spreken.

Het leeuwendeel van de Australische wijnen is afkomstig uit drie provincies: New South Wales, Victoria en South Australia. Alle drie samen vallen ze onder de noemer South Eastern Australia, dat de stad Adelaide als nationaal wijncentrum heeft.

Kwalitatief goede individuele herkomstgebieden zijn o.a.: Barossa Valley, Eden Valley, Clare Valley, Adelaide Hills, McLaren Vale, Padthaway en Coonawarra – bekend om zijn rode terra rossa bodem in South Australia, Yarra Valley en Mornington Peninsula in Victoria, en Hunter Valley in New South Wales. In opkomst is het eiland Tasmania, het schoolvoorbeeld van cool climate op zijn Australisch.

Een verhaal apart, letterlijk en figuurlijk, is Western Australia in de omgeving van Perth, enkele duizenden kilometers verwijderd van het zuidoosten. De naam om hier naar uit te kijken is Margaret River.

Eigen accent

Australië produceert hoofdzakelijk varietal-wijnen, met de naam van de druif prominent op het etiket. Daarnaast zijn er de nodige blends van twee druivensoorten. Australië’s eigen druif is de shiraz. Hoewel de shiraz  genetisch identiek is aan de syrah, is het moeilijk om overeenkomsten met  syrahwijnen van de Rhône te ontdekken. Australië’s shiraz heeft een geheel eigen karakter, met de nadruk op rijp fruit.

Behalve shiraz heeft Australië ook veel cabernet sauvignon. En ook hier geldt dat de topwijnen over een enorme kracht en diepgang beschikken. Typisch Australisch, met het nodige fruit, is trouwens de blend van deze twee rassen.

Een andere interessante Australische wijn is Pinot Noir. In een land dat als warm bekend staat zou je dat misschien niet verwachten. Australië kent echter diverse streken waar het helemaal niet zo warm is en waar de temperaturen eerder aan die van een Europees gebied als de Bourgogne doen denken. En dat is precies wat de pinot noir nodig heeft.

Bij de witte druiven neemt chardonnay een prominente plaats in. Ooit stond Australische Chardonnay gelijk aan rijk, tropisch en oaky. Heftig, om zo te zeggen. De trend wijst nu echter in de richting van meer zuren en mineralen, minder alcohol en beter geïntegreerd hout.

Binnen de witte aanplant druiven vallen enkele tamelijk verrassende namen op: semillon (zonder accent op de e) en riesling. Van beide worden zowel droge als edelzoete wijnen gemaakt, vaak van verrassend mooie kwaliteit en met een even verrassend rijpingspotentieel. Sauvignon blanc was tot voor kort in Australië maar mondjesmaat te vinden, maar daar is drastisch verandering in gekomen. Een specialiteit met een lange lokale traditie zijn likeurachtige dessertwijnen van muskaatdruiven.