De Portproeverij van Cockburn’s Port heeft de nodige indruk op ons, van Wijnbloggers, gemaakt. Vandaar dat we wat vaker aandacht besteden aan port. Port is zeer de moeite waard om te drinken en is ook gewoon erg lekker. In het eerste artikel hebben we al verteld dat Nederland de 2e markt voor port wereldwijd is. Verder zijn we ingegaan op wat port is en een stuk geschiedenis van de port.
Port komt uit Portugal
Eigenlijk is het simpel, port komt uit Portugal. Specifiek komt deze wijnsoort uit de Douro, het oudste gebied met een rijke historie. De naam Doura is afkomstig van de rivier Douro. De rivier de Douro ontspringt in (Noord) Spanje waar hij Duero heet. Het loopt ongeveer van de stad Regua en eindigt bij de Spaanse grens. Ruwweg kun je het gebied in drieën delen en wel in: Baixo Corgo, 13.500 ha groot (van Barquieros tot Barrô), Cima Corgo, 17.000 ha groot en Douro Supérior, 8000 ha groot (tot aan de Spaanse grens). Het gebied is circa 250.000 ha groot, waarvan er circa 40.000 ha grond is beplant. Het gebied is in eerste instantie aangelegd voor de productie van port, maar tegenwoordig komen er steeds meer wijnen vandaan.
De Douro Portstreek en Wijn
De Douro is een ruig en bergachtig gebied met een bodem die bestaat uit leisteen en graniet. Leisteen heeft als eigenschap dat het de warmte goed vasthoudt. Dat zorgt ervoor dat de druiven gelijkmatig rijpen, wat ten goede komt aan de kwaliteit van de port en wijn. De omstandigheden zijn ideaal zijn voor wijnbouw. Niet verwonderlijk dat de Romeinen al druk met het verbouwen van wijn in de Douro zijn begonnen.
Het gebied heeft een typisch landklimaat. De zomers zijn heet, met weinig regen en de winters zijn koud. Het klimaat wordt beheerst door hoge bergen (Marão en Montemuro), die de wijngaarden beschermen tegen Atlantische winden. Een ideaal gebied dus om lekkere wijn en port te maken.
Er zijn ongeveer 100 druivensoorten in gebruik in de Douro. De meest gebruikte zijn Bastardo, Mourisco Tinto, Tinta Roriz en Tinta Francisca voor rood; Mavasia, Rabigato, Viosinho en Donzelinho voor wit.
De Doura heeft twee types wijngaarden. De ene wijngaard is een klassieke Douro wijngaard, de terrassen op de steile berghellingen, waardoor men geen gebruik kan maken van machines en alles handmatig moet doen. Deze noemt men Antrossolos Aritico.
Een tweede soort zijn de wijngaarden, waar enkel wat genivelleerd werd en men wel met machines aan de slag kan.
Hoe maak je port ?
Port wordt gemaakt vaan meerdere druivenrassen. Sinds 1940 is er een lijst waarop alle druivenrassen staan, waarvan het is toegestaan port te maken. Met andere woorden: port maak je dus van officiële portdruiven, anders is het geen port. Het heeft lang geduurd voordat er op de wijngaard kwaliteitsverbeteringen optraden. Met name door het invoeren van blockbeplanting werd het voor de wijnboer duidelijker welke druiven er zoal op de wijngaard stonden.
Na het plukken van de druiven worden ze in granieten bakken (lagars) met de voeten klassiek geperst of machinaal. Na het persen blijven de druiven enige dagen in de lagars of in de tanks en komt de gisting op gang. Door de druk van het persen breekt de celwand van de druif open en geeft deze zijn smaak en kleur af. Na een dag of twee ontstaat de alcoholische gisting, waardoor de schilletjes een deken (manta) bovenop de massa creëren. Dit geeft een beschermende laag, die contact met zuurstof tegenhoudt. Bij port wordt er dus tijdens de vergisting van het sap op een bepaald moment alcohol (brandewijn) toegevoegd en dat is anders dan bij wijn. Door het toevoegen van de alcohol stopt de vergisting, waardoor er restsuikers in het sap overblijven die de port de kenmerkende zoete smaak geeft. Echter het is mogelijk om de zoetheid te beïnvloeden. Als voorbeeld, het later toevoegen van de alcohol zorgt ervoor dat de port droger is en minder zoet. Als je de alcohol eerder toevoegt zijn alle suikers nog niet omzet in alcohol wat een zoetere port oplevert. Eigenlijk best simpel.
Wil je meer lezen over port lees dan ook: https://wijnbloggers.nl/meer-over-port-wijn