Filmpje: De geschiedenis van wijn: Duitse monniken

Wijngeschiedenis: Klooster Ebernich: geboorteplaats van de Duitse wijncultuur.

De geschiedenis van wijn is enorm en gaat terug tot eeuwen geleden. Hugh Johnson neemt in je in zijn filmpjes mee op reis naar de bakermat van de wijn, Georgië, naar het Oude Egypte en natuurlijk het Romeinse Rijk, maar ook legt Hugh Johnson in zijn filmpjes uit welke rol wijn speelde in deze oude samenlevingen, alsmede welke rol wijn speelt binnen het geloof. in het filmpje van vandaag gaan we terug naar de periode die volgde na de val van het Romeinse Rijk.

De Middeleeuwen

Na de val van het Romeinse Rijk, raakt Europa in een periode van weinig “beschaving”. Een periode die in het teken stond van de Hunnen, berucht om de enorme verwoestingen die zij aanrichtten, en grote volksverhuizingen. Dat de wijnbouw deze periode heeft kunnen overleven, is te danken aan de monniken. De monniken hervonden de wijn uit en brachten de wijn tot een grotere hoogte dan de Romeinen waarschijnlijk ooit hadden kunnen doen.

Vooral een groep monniken in Duitsland specialiseerden zich in wijn. In 1136 stichtte (Sainte) Bernard de Clairveux de Cisterciënzerabdij (de witte monniken) in Klooster Ebernach en deze monniken richtten zich vooral op wijn, kwaliteitswijn. In de Middeleeuwen had Duitsland enorme wijngaarden en produceerde Duitsland enorm veel wijn. Er was wijn nodig voor de dagelijkse missen, medicinaal gebruik of gewoon om te consumeren. Er werd zoveel wijn geproduceerd dat men de wijn begon te exporteren naar omliggende landen. Eerst naar Nederland, Engeland en Scandinavië en later ook naar heel Europa. Vooral onder Karel de Grote, groot wijnliefhebber (rond de 9e eeuw) floreert de Duitse wijnexpansie.

Wijninnovatie

Wijnkelder
Niet alleen was Duitsland in deze tijd één van de meest producerende wijnlanden, ook was het misschien wel de meest innovatieve. Zo ontdekte men dat door het toevoegen van sulfiet aan wijn dat je de wijn langer kon bewaren, maar ook ontdekte men dat als je wijn in grote vaten bewaarde, dit zorgde voor een langzame rijping en een betere wijn. (Er wordt verteld dat er rond 1525 een enorm wijnvat met een inhoud tussen ca. 50.000 en 100.000 liters in de kelders van Klooster Ebernach stond).

En men ontdekte dat een late oogst in combinatie met edele rotting (botrytis) fantastische zoete wijnen kan opleveren én dat door de druiven in de winter op het land te laten staan, je, door ze bevroren te plukken, makkelijk het suiker (suiker bevriest niet) en water uit de druif kunt scheiden, waardoor je een heerlijke zoete wijn kunt maken.

Wijn of bier?

Vanaf de 16e eeuw gaat het bergafwaarts met de Duitse wijnbouw. De kleine ijstijd, de boerenoorlog en de 30-jarige oorlog richtten veel schade aan. Als dan in 1787 de Aartsbisschop van Trier (Clemens Wenzeslaus von Sachse) ook nog eens verkondigt dat inferieure druivenrassen niet langer meer aangepland mogen worden en dat voortaan alleen nog kwaliteitsrassen als de Riesling, aangepland mogen worden, wordt het verbouwen van druiven moeilijker. Als dan rond 1900 de bierbrouwerij op komt, verruilen veel wijnboeren de wijnmakerij voor de bierbrouwerij (leverde meer op) en verdringt het bier de wijn.

Hugh Johnson: Vintage- A History of Wine

Andere leuke filmpjes over wijn:

Filmpje: In den beginne daar was wijn…
Filmpje: Wijn en religie
Filmpje: De geschiedenis van wijn: De rol van wijn in het Romeinse Rijk

 

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Your email address will not be published.