Om nog meer ter kunnen genieten van een mooi glas witte wijn of rode wijn is het natuurlijk leuk om ook te weten hoe je eigenlijk wijn moet proeven. 

Voorbereiding

Zorg dat de wijn die je gaat proeven op de juiste temperatuur is, dit is van grote invloed op de geur en smaak van de wijn.

  • Frisse, fruitige, lichte en soepele wijnen: 14-16 °C
  • Volle, kruidige, vrij complexe wijnen: 16-18 °C
  • Krachtige, geconcentreerde, robuuste wijnen: 16-18 °C
  • Weelderige, zoete rode wijnen: 16-18 °C

Serveertemperaturen van witte wijn

  • Fruitige, frisse, halfdroge witte wijnen: 7-9 °C
  • Champagne en mousserende wijnen: 8-10 °C
  • Frisse, lichte, fruitige, droge witte wijnen: 8-10 °C
  • Rose wijnen: 8-10 °C
  • Weelderige, zoete witte wijnen: 10-12 °C
  • Volle, aromatische, droge witte wijnen: 10-12 °C
  • Zeer volle, complexe, droge witte wijnen: 12 °C

Kijk naar de wijn
Werp eerst een blik op het glas. Onafhankelijk van de leeftijd of het karakter van de wijn moet deze helder en doorzichtig zijn. Een eventuele wijn-proeven-33troebelheid bij rode wijn geeft het bezinksel aan. Bezinksel gebeurt vaak tijdens de ontwikkeling van de wijn, hierin ontdoet de wijn zich van de vaste stoffen die erin zijn opgelost. Bezinksel kan tevens bij witte en rosé wijnen voorkomen. De kleurintensiteit van de wijn geeft de leeftijd van de wijn aan. Jonge witte wijn zijn meestal lichter van kleur, terwijl oudere witte wijnen wat bruinachtiger van kleur worden.

Het ruiken van de wijn
Laat de wijn in het glas ronddraaien en snuif eens goed boven het glas. Concentreer goed wat je zojuist hebt geroken, want wat vind je van de geur van de wijn? Heeft de wijn een lichte geur of is deze intens? Ruikt de wijn fris en zuiver of muf en wat zuurder (azijnig)? Ruik je de geur van frisse bloemen, fruit, specerijen of misschien wel iets heel anders? Schrijf de gedachten van de geur op en je zult verrast zijn hoe snel je de wijn een eigen identiteit zult geven, waardoor het een wijn eigen maakt.

Het proeven van de wijn
Neem een klein slokje (of zelfs een nip) wijn uit het glas en laat het even in de mond hangen. Hiermee geef je de wijn tijd om alle aromalagen prijs te geven. Probeer om de invloed van zuurstof te vergroten, wat lucht ‘in de wijn’ te brengen door de wijn door de tanden te halen of door een klein beetje te slurpen in de mond. Je zult merken dat de wijn een aantal aroma’s prijsgeeft die je anders nooit had geproefd.

Uitspugen of doorslikken
De keuze is aan jezelf om na het proeven van de wijn deze door te slikken of uit te spugen. Als je veel wijnen gaat proeven is het wellicht verstandig om de wijn uit te spugen. Concentreer je hierna even op de smaken die in de mond zijn achtergebleven. Een groot verschil tussen een wat goedkopere en duurdere wijn is de kwaliteit en de duur van de afdronk. Een duurdere wijn blijft langer in de mond ‘hangen’ dan een goedkopere wijn.

bind-proeven

 

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Your email address will not be published.