De Carmenere kennen we het beste van rode Chileense wijnen en in mindere mate van de rode Bordeaux’. De Carmenère druif wordt door de Chilenen inmiddels beschouwd als een autochtoon druivenras en is één van de paradepaardjes van de Chileense wijnbouw.
De Carmenère druif heeft een nogal bijzondere geschiedenis. Voordat de Phylloxera (druifluis) in de 20e eeuw keihard toesloeg in Europa, was de Carmenere één van de edele druiven die een belangrijke rol speelde in de rode Bordeaux wijnen. Omdat de Carmenere sowieso al gevoelig was voor allerlei ziektes werd hij hard geraakt door de druifluis en vervolgens de rug toegekeerd in de Bordeaux. Gelukkig werd de druif al voordat de druifluis toesloeg naar Chili geëxporteerd, echter in de veronderstelling dat het de populaire Merlot druif betrof! Pas vele jaren later, eind vorige eeuw, kwam men erachter dat in verschillende Chileense wijngaarden tussen de veronderstelde Merlot wijnstokken ook anders uitziende wijnstokken stonden die ook wat later rijpten dan de Merlots. De Chileense producenten wisten natuurlijk al jaren dat hun wijngaard niet voor 100% met Merlot druiven was aangeplant, maar waren bang voor een schandaal. Aanvankelijk werd het bestaan van de Carmenere tussen de Merlot druiven stilgehouden, maar de Chilenen zagen ook interessante mogelijkheden.
De Carmenère gedijt net als vele andere druiven uitstekend in het voorspelbare klimaat van Chili, dat vanwege z’n afgelegen ligging geen last heeft van de gevreesde phylloxera. Buiten Chili wordt de Carmenere nog steeds aangeplant in de Bordeaux alsmede in Californië, Australië en Nieuw-Zeeland. Ook in Noord-Italië schijnt de Carmenere voor te komen, tussen de Merlot wijnstokken.
De Carmenère is een laat rijpende druif met een relatief lage opbrengst die gevoelig is voor coulure, bloesemval die uiteindelijk leidt tot geen of misvormde druiven. Hij geeft donker gekleurde wijnen met een aroma van zwarte bes, kers, pruim, viooltjes, roos en tabak. Bij de wat rijpere wijnen kan daar nog chocolade bijkomen. Bij houtrijping, dat veelvuldig wordt toegepast, kunnen daar ook nogeens koffie, peper, zoethout, kruidnagel en cederhout bij komen. De smaak is samen te vatten als fruitig en kruidig/peperig, aangevuld met koffie en chocolade, en toch zacht en rond.
In Chili worden van de Carmenere druif mono-cépage wijnen gemaakt, terwijl hij in de Bordeaux veelal wordt gebruikt als ondersteunende druif in een blend met bijvoorbeeld de Cabernet Sauvignon.
Carmenere druif: Chili of Frankrijk?
Lijkt me duidelijk, toch? De Carmenère is beduidend groter/grootser in Chili dan in Frankrijk.
In Chili hebben ze van deze druif een uitmuntende wijn gemaakt. Beter als de doorsnee mer
Interessante geschiedenis. Ik heb deze godendrank in Chili leren kennen. Zonder bijmengsels van andere wijnsoorten bessen of smaakmakers. Perfecte wijn! Daar wordt ook verteld dat de druivensoort oorspronkelijk uit Frankrijk afkomstig was maar daar is verdwenen door een druivenziekte. Maar, toen bestonden er al vineyards met (Franse) Carmenere in Chile.
Maar, er zijn er toch een paar in Frankrijk overgebleven. Ik heb sterk de indruk dat dit overeenkomt met de liefdesdrank die Ilja Gort beschrijft in zijn boek ”De geluksvogel’ (hoofdstuk: ‘Is niets dan veilig’?
Jan O