Geschiedenis van wijn: Grote uitdagingen in de 19e eeuw

Wijn kent een enorme historie. Hugh Johnson vertelt in een reeks van filmpjes over de geschiedenis van wijn. In het filmpje van vandaag neemt hij ons mee naar de vorige eeuw, waarin het maar weinig gescheeld had of we hadden vandaag de dag misschien wel geen wijnen meer kunnen drinken. Deze periode in de geschiedenis kenmerkt zich door een aantal grote problemen waar wijnmakers zich mee opgezadeld zagen.

Van azijn naar wijn

In het midden van de vorige eeuw waren wijnen “booming business”. De handel floreerde, vele wijnen werden geproduceerd en complete dorpen waren afhankelijk van de wijnproductie. Maar er werd meer geproduceerd, dan gedronken kon worden. Niet vanwege de hoeveelheid, maar omdat het overgrote deel van de geproduceerde wijnen gewoonweg niet te drinken was. Tegen de tijd dat ze de tafel bereikten, waren het geen wijnen meer, maar smaakte het naar pure azijn. Ondanks de enorme ervaring met het produceren van wijnen, was hier nog niks op gevonden en was er eigenlijk nog maar weinig bekend over het proces van het vinificatie.

Om van deze azijnwijnen drinkbare wijnen te maken, waren nieuwe technologieën nodig en deze werden gevonden door niemand minder dan Louis Pasteur. Pasteur ontdekte dat wijnen vol zaten met allerlei microscopische vormen van leven zoals microben en bacteriën. Als deze microscopische vormen kunnen groeien, veranderen de wijnen in azijn. Om te kunnen groeien, is er lucht nodig dus wil je voorkomen dat het groeit, zal je zuurstof bij de wijnen weg moeten houden.

Ook ontdekte Pasteur dat je deze microben kunt vernietigen door de fles te verhitten (inderdaad het pasteuriseren) en dat niet alle gistcellen die voorkomen even geschikt zijn voor een goede gisting waardoor de smaak beïnvloed wordt.

De ontdekkingen van Pasteur leidde ertoe dat gemaakte wijnen goed bleven en niet langer in azijn veranderde.

De opkomst van de druifluis

Aan het einde van de 19e eeuw kwam er een ander gevaar op die er voor zorgde dat zo’n 70 procent van de Franse wijngaarden vernietigd werd. Overigens had niet alleen Frankrijk hiermee te maken; dit gevaar greep overal om zich heen (met uitzondering van Chili). Door het toenemende handelsverkeer met de Verenigde Staten, kwam er vanuit Amerika een onuitgenodigde gast mee: De druifluis.

De druifluis verspreidde zich razendsnel door Frankrijk en men wist niet hoe ze deze druifluis moest bestrijden, wijnboeren zagen hun wijngaarden verteren en een ramp stevende op de wijnwereld af. Driftig werd er naar oplossing gezocht en ook gevonden. Door terug te gaan naar de herkomst van de druifluis (Amerika) ontdekte men dat er in Ohio wijngaarden waren waar de druifluis en wijnstokken gemoedelijk naast elkaar leefden. Als deze Amerikaanse wijnstokken resistent waren voor de druifluis dan was het zaak deze Amerikaans wijnstokken naar Europa te halen. Wat geschiedde… Miljoenen Europese wijnstokken werden geënt op Amerikaanse en de wijngaarden waren gered.

In het filmpje laat Hugh Johnson ook zien hoe dat enten in zijn werk ging. Eerst handmatig en later met een machine.

Spaanse wijnmakerij

In het laatste stukje van het filmpje is Hugh Johnson nog even op bezoek in Spanje, waar hij test hoe groot de invloed van de Bordeaux is op de Rioja.

Heel, heel lang geleden werd in Spanje de wijn meestal vervoerd in dierenhuiden. De introductie van eiken wijnvaten van uit de Bordeaux was revolutionair en leidde tot een verrijking van de smaak van de Rioja’s. Maar smaakt een Rioja ook als een Bordeaux? Wat vind jij?

Andere leuke filmpjes over de geschiedenis van wijn:

Filmpje: In den beginne daar was wijn…
Filmpje: De rol van wijn in het Romeinse Rijk
Filmpje: Duitse monniken
Filmpje: Een middeleeuwse boottocht
Filmpje: La Romannée Conti
Filmpje: Champagne

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Your email address will not be published.