Champagne en het grote geheim van de bubbels in het glas

Schermafbeelding 2016-02-08 om 18.56.12We worden in Nederland steeds betere levensgenieters. Met het drinken van bubbels althans. Er wordt steeds vaker ‘zomaar’ geplopt. Heerlijk. Heb zelf altijd minstens één fles champagne koud klaar liggen. Herinner me vroeger bubbels uitsluitend met oudjaar. En als er wat te vieren viel. Dat hebben die champagne boeren imago-technisch trouwens goed voor elkaar. Feest & bubbels. Onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Hoe komt die bubbel trouwens in de fles? En het verschil tussen champagne, cremant of cava? Nog belangrijker trouwens. Wat voor glas gebruik je eigenlijk voor bubbels?

Die bubbel in de wijn komt er niet vanzelf natuurlijk. Uitgaande van champagne komt die bubbel er door een tweede gisting. Lekker versimpeld uitgelegd. Bij een alcoholische vergisting wordt suiker omgezet in koolzuur en alcohol. Er gaat gewone witte wijn in een fles. Wat extra gist en suiker toevoegen. Fles goed afsluiten met kroonkurk. Dan komt de tweede gisting op gang. Als de koolzuur de fles niet uit kan blijft de bubbel dus in de wijn. En dan gewoon in de kelders laten liggen. Minimaal 15 maanden. Met al die afgestorven gistcelletjes in de fles. Hoe langer dit rijpt hoe complexer de champagne kan worden. Essentieel is wel dat die tweede gisting op de fles gebeurt. Dan krijg je wat meer bijzondere aroma’s. Denk aan toast, brioche, vuurwerk-achtig. Zeker als het om een vintage champagne gaat. Die rijpt zelf minimaal 3 jaar. In de smaak ontstaat dan meer romigheid en complexiteit. Komt allemaal doordat die gistcellen nog in de fles zitten. Die gaan er trouwens wel uit hoor. Kroonkurk er af. Champagnekurk er op. Met zo’n mooi ijzeren netje eromheen. Dat heet een muselet. De meeste champagnes zijn trouwens een blend van verschillende druivenrassen en verschillende jaargangen.

Een crémant wordt op precies dezelfde manier gemaakt. Heette vroeger ‘methode champenoise’. Dat mag niet meer van die handige en commerciële champagne boeren. Het woord ‘champagne’ is uitsluitend van hen. Een crémant kan komen uit bijvoorbeeld de Bourgogne. Lekker  en beetje romig van de chardonnay. Of uit de Loire. Strak en fris van de chenin blanc. Cava is de Spaanse variant hierop. Vaak iets steviger. Met robuuste bubbel.

Nou, dan zijn we nu wel toe aan zo’n bubbeltje. Vraag blijft in wat voor glas we dat dan schenken?

James Bond dronk vroeger zijn champagne uit een coupe. Vreselijk. Staat mooi maar bubbels vliegen je glas uit. En je ruikt ook niets.

Dan zo’n mooie slanke flûte. Lijkt helemaal correct. Maar ik word er toch niet vrolijk van. Krijg m’n neus er niet in. Ruik dus niets. Kan er ook niet mee walsen want veel te smal. Bovendien komt het bubbeltje nogal agressief bovendrijven. In zijn weg naar boven pakt dat belletje heel veel zuurstof op. Prikt daardoor in m’n neus. Een snoer van bellen. Zo heet dat. Ontstaat door een oneffenheid in het glas. Sommeliers maken vaak een klein krasje in de champagneglazen. Anders ontstaat dat bellensnoer niet.

Ik ben voor een ander soort glas. Een ‘witte-wijn-glas’. Een mooie tulpvorm. Daarin komen de aroma’s veel beter tot hun recht. Kun je walsen met je glas om zuurstof er in te brengen. En dus veel meer te ruiken. De belletjes hoeven minder ver omhoog want een minder slank glas. Pakken dus minder zuurstof op en zijn vriendelijker in je mond. Een prachtig glas is dat van James Darsonville. Een oenoloog uit de Champagne streek. Heel dun en fragiel. Perfect van vorm om alles te kunnen ruiken. Een gezandstraalde bodem zodat het bubbelsnoer mooi op gang komt. Of het champagne tasting glas van Riedel. Ook schitterend. Kostbaar dat helaas wel. Maar sensationeel fijn om uit te drinken.

Ik pleit voor. Meer bubbels. En meer goede glazen. Meer levensgenieten in het algemeen..

Door: Ella Klatte

image

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Your email address will not be published.